Op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming hebben partijen een grondslag nodig om persoonsgegevens vanuit de EER naar derde landen door te mogen geven. In deze bijdrage bespreekt de auteur de aandachtspunten bij het gebruik van modelcontracten als grondslag voor de doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen. Daarbij worden de oude modelcontracten (modelcontractbepalingen) en de nieuwe modelcontracten (standaardcontractbepalingen) vergeleken. Ook signaleert de auteur welke invloed het Schrems II-arrest heeft op het gebruik van de modelcontracten. De bijdrage wordt afgesloten met de conclusie dat, afhankelijk van een door partijen gemaakte risicobeoordeling, modelcontracten mogelijk een grondslag kunnen bieden voor doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen. |
Tijdschrift | Contracteren |
Boilerplates etc. |
Modelbepaling Wet aanpak schijnconstructies: OK zo? |
Trefwoorden | boilerplate, aanpak schijnconstructies, ketenaansprakelijkheid, bescherming werknemers, misbruik |
Auteurs | Mr. M. Uijen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Contracteren |
Artikel |
Internationale doorgifte van persoonsgegevens: aandachtspunten bij het gebruik van modelcontracten |
Trefwoorden | AVG, modelcontracten, persoonsgegevens, Standard Contractual Clauses, Schrems-II (arrest) |
Auteurs | mr. D.S. de Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Contracteren |
Artikel |
Een aantal aspecten van de implementatie van de nieuwe richtlijn Consumentenkoop (Richtlijn 2019/771) nader belicht |
Trefwoorden | Richtlijn 2019/771, Burgerlijk Wetboek |
Auteurs | Mr. M. Bijloo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Enkele aspecten van Richtlijn 2019/771 die (reeds) bestaande onderwerpen in het Burgerlijk Wetboek beïnvloeden of adresseren. |
Tijdschrift | Contracteren |
Actualia contractspraktijk |
Aanvang korte verjaringstermijn bij wanprestatie door een (fiscaal) adviseur |
Trefwoorden | verjaring, aanvang korte verjaringstermijn, artikel 3:310 BW, aansprakelijkheid, dienstverlener |
Auteurs | Mr. A.Z. Lankhaar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Contracteren |
Artikel |
Data, de Wet bescherming bedrijfsgeheimen en het contractenrecht |
Trefwoorden | bedrijfsgeheim, data, geheimhouding, non disclosure agreement |
Auteurs | Mr. drs. M. Kool |
SamenvattingAuteursinformatie |
Data kunnen een grote commerciële waarde hebben. Omdat data vaak niet worden beschermd door het intellectuele eigendomsrecht en het goederenrecht, is het van belang om waardevolle data contractueel goed te beschermen. In dit artikel staan daarvoor enkele tips. |
Tijdschrift | Contracteren |
Artikel |
Online tussenhandelaren: transparantie en eerlijkheid als geboden |
Trefwoorden | Onlinetussenhandelsdiensten, E-commerce, Algemene voorwaarden, Transparantie, Opzegging |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds 12 juli 2020 geldt EU-Verordening 2019/1150 over onlinetussenhandelsdiensten. Deze Verordening brengt nogal wat wijzigingen voor het gebruik en de omgang met contracten mee voor onlinetussenhandelsdienstverleners en hun klanten. Deze wijzigingen wijken met name op het gebied van de opzegging van overeenkomsten en de inhoud en omgang met algemene voorwaarden op wezenlijke punten af van het Burgerlijk Wetboek. De verschillen met bestaande regelingen in het BW worden besproken, alsook de gevolgen die dat voor het BW zou mogen hebben. |
Tijdschrift | Contracteren |
Artikel |
De WHOA en het contractenrecht |
Trefwoorden | WHOA, Contracten, Insolventie, aandeelhoudersovereenkomsten, onderhands akkoord |
Auteurs | Mr. J.G.A. Struycken |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) die per 1 januari 2020 in werking is getreden, kan grote implicaties hebben op gesloten contracten. De WHOA introduceert een uniek fenomeen in het Nederlands vermogensrecht: in een situatie buiten faillissement kunnen contractuele aanspraken worden gewijzigd ook als de wederpartij daar zelf niet mee instemt. Clausules die inroepbaar zijn bij initiatie van een schuldeisersakkoord onder de WHOA worden krachteloos. In dit artikel gaat de auteur per soort contract na wat de betekenis van de WHOA is voor dergelijke contractuele relaties en wat de mogelijkheden en de zin ervan zijn om de initiatie van een schuldeisersakkoord onder de WHOA in contracten op te nemen als grond voor beëindiging of om die aan goedkeuring van aandeelhouders te onderwerpen. |
Tijdschrift | Contracteren |
Actualia contractspraktijk |
Het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst anno 2021 |
Trefwoorden | Franchise, Franchiseovereenkomst, Wet franchise, Non concurrentiebeding, Jurisprudentie |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Contracteren |
Artikel |
Het ontbinden van een overeenkomst en de Tenzij-jurisprudentie |
Trefwoorden | Ontbinding, Tekortkoming, Tenzij-clausule, Rechtszekerheid, Eigen Haard |
Auteurs | Mr. A.J. Rijsterborgh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Meijers heeft een ontbindingsregime ontwikkeld dat voornamelijk was geënt op het (eenzijdig) belang van de schuldeiser. De Hoge Raad heeft zowel voor als na de invoering van het BW het door Meijers ontworpen regime mijns inziens gerelativeerd door bij de beoordeling van de ontbindingsbevoegdheid de belangen van de schuldenaar via een open belangenafweging te laten meewegen. In de Tenzij-jurisprudentie heeft de Hoge Raad zijn eerdere – meer gefragmenteerde – rechtspraak op het gebied van ontbinding bevestigd en gepresenteerd als een meer coherent systeem. Alhoewel het misschien (rechtspolitiek) wenselijk kan zijn om de belangen van een schuldenaar zwaarder te laten meewegen, wordt hiermee wel afbreuk gedaan aan het – aanvankelijk – scherpe normenkader van artikel 6:265 lid 1 BW. De auteur betoogt dat als gevolg daarvan de ontbindingsrechtspraak minder voorspelbaar is. Zo valt in het Tenzij-arrest op dat voorzieningenrechter en hof tot verschillende uitkomsten komen. De onvoorspelbaarheid wordt volgens de auteur versterkt doordat de omstandigheden die de rechter bij een beslissing over een ontbinding kan meewegen, zowel aan de kant van de schuldeiser als aan die van de schuldenaar, tot het moment van vonnis moving targets kunnen zijn. |