-
Samenvatting
Hoewel de lidstaten formeel autonoom blijven bij het inrichten van nationale mededingingsautoriteiten, mag de constitutieve rol van het Europese Unierecht bij de organisatie en (her-)structurering van nationaal mededingingstoezicht niet onderschat worden. Geruggesteund door de vereisten van een ‘eerlijk proces’, kan het Hof van Justitie rechtstreeks de autonomie van de lidstaten beperken met het oog op de inrichting van een meer effectief nationaal mededingingstoezicht bij de toepassing van Europees mededingingsrecht. Uit de beperkte bestaande Europese rechtspraak kunnen in dat verband drie organisatorische modellen van toezicht gedistilleerd worden in overeenstemming waarmee nationale mededingingstoezichthouders zich mogen organiseren op grond van EU-recht.
Inhoud
- Nationale diversiteit in eenheid: Europeesrechtelijke omkadering van nationale institutionele keuzes
- ‘Due process’ als supranationaal correctiemechanisme
- Het Hof van Justitie, ‘due process’-vereisten en effectief nationaal mededingingstoezicht
- ‘Due process’ als ex ante bestaansvoorwaarde voor effectief nationaal mededingingstoezicht?
- Drie EU-conforme modellen van nationaal mededingingstoezicht
- Naar een nieuwe balans tussen effectiviteit en ‘due process’ in de organisatie van nationaal mededingingstoezicht?
- ↑ Naar boven
Markt & Mededinging |
|
Artikel | EU-rechtelijk gestructureerd nationaal mededingingstoezichtNationale institutionele autonomie steeds meer een illusie? |
Trefwoorden | Effectiviteit, procedurele rechten, EVRM, nationale institutionele autonomie, Verordening 2003/1/EG |
Auteurs | Dr. P.J.M.M. van Cleynenbreugel |
DOI | 10.5553/MenM/138762362013016005003 |
Auteursinformatie |