-
Samenvatting
De auteur schetst wat tegenwoordig van de wetgevingsjurist wordt verwacht tegen de achtergrond van de huidige politiek-bestuurlijke context, het samenspel tussen beleid, wetgeving en uitvoering en de positionering van de juridische functie in de ambtelijke organisatie. Ten aanzien van de politiek-bestuurlijke context constateert zij dat er steeds meer sprake is van een ‘gulzig bestuur’: problemen moeten terstond en krachtig worden aangepast, zo nodig met wetgeving. De wetgevingsjurist krijgt ook steeds meer te maken met andere rationaliteiten, die wellicht botsen met zijn eigen, juridische, rationaliteit. Dit maakt het samenspel tussen beleid, wetgeving en uitvoering complex. De positionering van de wetgevende functie is in elke organisatie anders. De auteur ziet ook in de huidige tijd het signaleren van rechtsstatelijke risico’s, het bieden van tegenspraak door op die risico’s te wijzen of alternatieven aan te reiken als een belangrijke taak van de wetgevingsjurist. Dit vergt dat hij goed kan samenwerken en kan netwerken.
Inhoud
- Vraagstelling
- Inleiding
- De politiek-bestuurlijke context: gulzig bestuur, snel resultaat
- Botsende rationaliteiten
- De ruimte die de wetgevingsjurist heeft in de organisatie
- Het signaleren van rechtsstatelijke risico’s
- Het bieden van tegenspraak
- Welke competenties vergt een goed samenspel van de wetgevingsjurist?
- Slot
- ↑ Naar boven
RegelMaat |
|
Article | De dagelijkse praktijk |
Trefwoorden | politiek-bestuurlijke context, rationaliteiten, competenties wetgevingsjurist |
Auteurs | Mr. M.L. Haimé |
DOI | 10.5553/RM/0920055X2015030004003 |
Auteursinformatie |