-
Samenvatting
Politici spelen een belangrijke rol bij de bescherming van de rechtsstaat, maar er wordt soms betwijfeld of zij die rol waarmaken dan wel voldoende serieus nemen. Het toetsen van verkiezingsprogramma’s van politieke partijen kan een goed middel zijn om in beeld te brengen hoeveel aandacht er daadwerkelijk is voor de rechtsstaat. Dat is echter geen sinecure; zoals uit deze bijdrage blijkt is het al lastig om tot een gedeelde opvatting te komen van wat de rechtsstaat inhoudt. Immers, als de onderzochte partijen zich niet herkennen in het gehanteerde concept zullen zij zich daar ook niet door aangesproken voelen. Internationaal, bijvoorbeeld binnen de VN en Europese Unie is er al enige ervaring opgedaan met het meten van rechtsstatelijkheid binnen staten. Welke indicatoren daarbij worden gebruikt zijn van groot belang voor de uitkomsten van de toetsing, waarbij het risico op versimpeling van de werkelijkheid op de loer ligt. De ervaringen van internationale organisaties hiermee kunnen als bron van inspiratie dienen voor toetsing van verkiezingsprogramma’s op rechtsstatelijkheid en tevens kunnen daar lessen uit worden getrokken. Deze vraag staat in deze bijdrage centraal.
Inhoud
- 1. Inleiding
- 2. Enkele slagen om de arm
- 3. Eerste zwaluw: de toets van 2012
- 4. Naar een invloedrijke traditie van rechtsstatelijke toetsing
- 5. Het meetbaar maken van de rechtsstatelijkheid
- 6. Mogelijke bezwaren tegen meting en ranking van rechtsstatelijkheid
- 7. Lessen en inspiratie voor de toetsing van verkiezingsprogramma’s
- 8. Conclusie
- ↑ Naar boven
RegelMaat |
|
Case | Verder met rechtsstatelijke toetsing van verkiezingsprogramma’s |
Trefwoorden | Rechtsstatelijkheid, Rechtsstaat, Rule of law |
Auteurs | mr. dr. P.J.P.M. van Lochem |
DOI | 10.5553/RM/0920055X2017032001004 |
Auteursinformatie |