-
Samenvatting
We zien in de Verenigde Staten momenteel hoe belangrijk rechterlijke controle op de kwaliteit van wetgeving kan zijn, bijvoorbeeld bij het omstreden inreisverbod voor migranten uit ‘islamitische landen’. Gevaar daarbij is echter dat de rechter te veel in politiek vaarwater terechtkomt. Misschien dat de Amerikaanse rechter op dit punt wat kan leren van het Hof van Justitie van de EU, dat een procedurele toets heeft ontwikkeld om de ‘evidence base’ van wetten te toetsen door bijvoorbeeld te kijken in hoeverre er impact assessments zijn uitgevoerd volgens de methoden die daartoe in het wetgevingsbeleid ontwikkeld zijn. Tegelijkertijd laat de Luxemburgse jurisprudentie zien dat men er daarbij misschien toch niet altijd aan ontkomt om ook naar de kwaliteit van het onderliggende bewijs te kijken. Hier kan Luxemburg wellicht wat leren van het U.S. Supreme Court, dat regels heeft ontwikkeld met betrekking tot de vraag hoe rechters dienen om te gaan met deskundigenbewijs en wetenschappelijke gegevens.
Inhoud
- 1. Trump en regeren per decreet
- 2. Het Hof van Justitie en de introductie van process-oriented review
- 3. Kracht en zwakte van een procedurele toets
- 4. Noodzaak om naar de kwaliteit van het bewijs zelf te kijken
- 5. Frye, Daubert en de Federal Rules of Evidence
- 6. Regulatory Daubert?
- 7. De rechter als rechtsstatelijke luis in de pels
- ↑ Naar boven
RegelMaat |
|
Case | De rechter als wetgevingswaakhond |
Trefwoorden | beleidsneutraliteit, proportionaliteitstoets, evidence base, Daubert-doctrine |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
DOI | 10.5553/RM/0920055X2017032002005 |
Auteursinformatie |