IPR-vragen in nalatenschappen die op of na 17 augustus 2015 openvallen, worden in Nederland en de meeste andere EU-lidstaten beantwoord aan de hand van de regels uit de Erfrechtverordening. Dit artikel beoogt – in het kader van het onderhavige themanummer over de Erfrechtverordening – een overzicht te geven van de hoofdlijnen van deze verordening. Daarbij wordt onder meer ingegaan op het toepassingsgebied (welke onderwerpen regelt de verordening zoal en welke niet?) en het door de verordening als toepasselijk aangewezen erfrecht, zowel met als zonder rechtskeuze van de erflater. Ook wordt het in de verordening nieuw geïntroduceerde instrument van de Europese verklaring van erfrecht nader beschouwd. |
Tijdschrift Erfrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht |
Redactioneel |
Redactioneel |
Auteurs | |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht |
Artikel |
De Erfrechtverordening in een notendop: toepassingsgebied, toepasselijk recht en de Europese verklaring van erfrecht |
Trefwoorden | Europese Erfrechtverordening, toepasselijk recht, Europese erfrechtverklaring, erfrecht, IPR |
Auteurs | Mr. J.G. Knot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht |
Artikel |
Gewone verblijfplaats in de Erfrechtverordening |
Trefwoorden | internationaal erfrecht, gewone verblijfplaats, woonplaats, Erfrechtverordening |
Auteurs | Mr. dr. I. Curry-Sumner |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 17 augustus 2015 wordt de Erfrechtverordening van toepassing. De verordening bevat zowel regels op het gebied van de bevoegdheid van de notaris om een Europese verklaring van erfrecht op te stellen, als regels van toepasselijk recht. In beide gevallen wordt gebruikt gemaakt van de aanknopingsfactor van de gewone verblijfplaats van de erflater. De vraag rijst echter hoe deze dient te worden vastgesteld. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij het verschil tussen de begrippen woonplaats en gewone verblijfplaats, en wordt nader gekeken naar de factoren die een rol spelen bij de vaststelling van de gewone verblijfplaats van de erflater. |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht |
Artikel |
De bijzondere conflictregel van art. 24 Europese Erfrechtverordening |
Trefwoorden | toelaatbaarheid en geldigheid uiterste wilsbeschikking, aparte verwijzingsregel, rechtskeuze |
Auteurs | Prof. Mr. A.H.N. Stollenwerck |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor de toelaatbaarheid en materiële geldigheid van uiterste wilsbeschikkingen geeft art. 24 ErfVo een aparte van de algemene verwijzingsregel van art. 21 ErfVo afwijkende verwijzingsregel. Die bijzondere collisieregel geldt op grond van art. 25 ErfVo ook voor de in het Nederlandse erfrecht niet voorkomende erfovereenkomst. Art. 26 van de verordening leert wat onder de materiële geldigheid van een uiterste wilsbeschikking moet worden verstaan. |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht |
Artikel |
Het renvoi-artikel van de Erfrechtverordening |
Trefwoorden | Erfrechtverordening, toepasselijk recht, renvoi |
Auteurs | Dr. P.A.M. Lokin |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ten einde beslissingsharmonie te bereiken tussen lidstaten en derde staten die betrokken zijn bij eenzelfde erfopvolging, wordt het Europese verwijzingsresultaat in bepaalde situaties afgestemd op het verwijzingsresultaat van deze derde staten. Deze afstemming wordt ook wel aangeduid als renvoi. In deze bijdrage wordt ingegaan op de toepassing van het renvoi-artikel van de Erfrechtverordening. |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht |
Artikel |
De Europese erfrechtverklaring, een vogel met een vreemd pluimage |
Trefwoorden | Europese Erfrechtverordening, IPR, erfrecht, Europese Erfrechtverklaring, vormvoorschriften, sui generis akte |
Auteurs | Mr. S.H. Heijning |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Europese Erfrechtverordening schept een nieuw instrument voor de afwikkeling van internationale nalatenschappen voor de Europese burgers: de Europese Erfrechtverklaring. In Nederland heeft de wetgever de notaris aangewezen die de verklaring gaat opstellen. In dit artikel wordt op de inhoud van de verklaring nader ingegaan aan de hand van een aantal vragen. |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht |
Artikel |
De Europese erfrechtverklaring en het huwelijksvermogensrecht |
Trefwoorden | Europese erfrechtverklaring, Huwelijksvermogensrecht, Internationaal privaatrecht, Bewijskracht |
Auteurs | Mr. J.L.D.J. Maasland |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Europese Erfrechtverordening is niet van toepassing op kwesties die verband houden met huwelijksvermogensrecht. De omvang en samenstelling van de nalatenschap van een gehuwde erflater wordt mede bepaald door het huwelijksvermogensregime. Tegen deze achtergrond dient in Bijlage III van de Europese erfrechtverklaring informatie over het huwelijksvermogensstelsel van de erflater te worden ingevuld. In deze bijdrage behandelt de auteur de vraag op basis van welk recht Bijlage III dient te worden ingevuld. Ook gaat hij in op de bewijskracht van Bijlage III van de erfrechtverklaring. |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht |
Artikel |
Oude rechtskeuzes: de Erfrechtverordening en het overgangsrecht |
Trefwoorden | IPR, Europese Erfrechtverordening, rechtskeuze, overgangsrecht, international erfrecht, erfrecht |
Auteurs | Mr. J.G. Knot |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Erfrechtverordening is van toepassing op grensoverschrijdende nalatenschappen die op of na 17 augustus 2015 openvallen. De verordening staat het toe ten aanzien van het toepasselijke erfrecht een rechtskeuze uit te brengen. De vraag rijst echter hoe volgens de verordening moet worden omgegaan met een reeds vóór 17 augustus 2015 uitgebrachte rechtskeuze. Deze overgangsrechtelijke vraag is met name in Nederland van belang, omdat de rechtskeuzemogelijkheden hier te lande voorheen ruimer waren dan onder de verordening. Daar staat dan weer tegenover dat de oude Nederlandse rechtskeuze alleen ten aanzien van de vererving van de nalatenschap gold en niet ten aanzien van de afwikkeling. In deze bijdrage wordt bezien welke oude Nederlandse rechtskeuzes onder de verordening geldig (kunnen) zijn en wat precies de werkingsomvang van deze oude rechtskeuzes is. |