-
Samenvatting
De aanleiding voor deze bijdrage is het arrest van Hof Amsterdam van 22 december 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:5551, waarin de notariële tuchtrechter moest oordelen over de rol van de notaris bij de verkoop van een landgoed door een beheersexecuteur. Bijzondere omstandigheden in de casus zijn onder meer dat er géén schulden van de nalatenschap waren en dat de koopovereenkomst op een notariskantoor werd gesloten.
De notaris dient volgens het hof te onderzoeken of tegeldemaking nodig is voor de betaling van de schulden van de nalatenschap. De auteur concludeert dat de notaris civielrechtelijk en tuchtrechtelijk niet te benijden is in dezen. De erflater doet er in ieder geval goed aan om ter uitbreiding van de beschikkingsbevoegdheid van de executeur een afwikkelingsbewind in te stellen.
Inhoud
- 1 De prelude voor de kamer voor het notariaat
- 2 HR 21 november 2008, rechtsoverweging 4.2
- 3 De wet en de parlementaire geschiedenis
- 4 De doctrine
- 5 Analyse Hof Arnhem-Leeuwarden 6 oktober 2015
- 6 Bijzondere omstandigheden
- 7 Hof Amsterdam 22 december 2015, tuchtrechtelijk hoger beroep
- 8 Op naar de derde ster
- 9 Ter afsluiting
- ↑ Naar boven
Tijdschrift Erfrecht |
|
Article | Vaart de notaris tuchtrechtelijk op het kompas van de verkopende executeur? In het algemeen wel, nu niet! |
Trefwoorden | verkoopbevoegdheid executeur, notarieel tuchtrecht, afwikkelingsbewind, schulden van de nalatenschap |
Auteurs | Prof. mr. dr. B.M.E.M. Schols |
DOI | 10.5553/TE/187416812016017003002 |
Auteursinformatie |