-
Samenvatting
In deze bijdrage gaat de auteur in op het willekeurige karakter van de verboden beschikkingen in het erfrecht. Men kan zich afvragen waarom een curator niet uitgesloten is van het genieten van voordeel uit een uiterste wilsbeschikking van zijn curandus. Men zou zich op het standpunt kunnen stellen dat artikel 4:57 lid 1 BW van overeenkomstige toepassing is op testamentaire bevoordelingen van een onder curatele gestelde ten behoeve van zijn curator. De heersende opvatting in de literatuur is echter dat er geen sprake is van een overeenkomstige onbevoegdheid. De auteur meent dat er voldoende argumenten zijn om de vraag naar een wettelijke regeling (opnieuw) aan de orde te stellen.
Inhoud
- 1 Inleiding
- 2 De verschillen tussen diverse beschermingsmaatregelen in hoofdlijnen
- 3 Wie kunnen niet tot curator, bewindvoerder of mentor worden benoemd?
- 4 Wie mogen niet bij uiterste wilsbeschikking worden bevoordeeld?
- 5 Het willekeurige karakter van de verboden beschikkingen
- 6 Misbruik van een afhankelijkheidsrelatie waarin de rechthebbende verkeert
- 7 Conclusie
- ↑ Naar boven
Tijdschrift Erfrecht |
|
Article | Het willekeurige karakter van de verboden beschikkingen |
Trefwoorden | verboden beschikking, willekeurig karakter, curatoren |
Auteurs | Mr. H.J. de Jonge |
DOI | 10.5553/TE/187416812017018001003 |
Auteursinformatie |