-
Samenvatting
In de afgelopen maanden zijn door Europese rechterlijke instanties drie arresten gewezen, die verschillende artikelen van de Dienstenrichtlijn op nieuwe punten interpreteren. Het gaat om vragen als: zijn concessies als vergunningen aan te merken, hoe moeten bepaalde (verboden) vergunningsvoorwaarden worden geïnterpreteerd, kunnen vergunningen automatisch verlengd worden en in hoeverre is een meldingsplicht voor dienstverrichtingen vanuit een andere lidstaat geoorloofd. Tot slot zal onderzocht worden of uit het arrest Promoimpresa afgeleid kan worden dat de artikelen 9 t/m 15 van de richtlijn ook van toepassing zijn op zuiver interne situaties.
HvJ 23 februari 2016, zaak C-179/14, Commissie/Hongarije, ECLI:EU:C:2016:108
HvJ 14 juli 2016, gev. zaken C-458/14 en C-67/15, Promoimpresa e.a., ECLI:EU:C:2016:558.
EVA-Hof 10 mei 2016, zaak E-19/15, ESA/Liechtenstein
Inhoud
- Feiten
- Toepassingsgebied van de richtlijn op een overheidsmonopolie
- Is een concessie een vergunning in de zin van de Dienstenrichtlijn?
- Vergunningsvoorwaarden (art. 10, 14 en 15)
- Vergunningen bij schaarste van de beschikbare natuurlijke hulpbronnen (art. 12)
- Meldingsplicht voor dienstenactiviteiten vanuit een andere lidstaat (art. 16)
- Toepasselijkheid van de richtlijn op zuiver interne situaties
- Conclusie
- ↑ Naar boven
Nederlands tijdschrift voor Europees recht |
|
Article | Nieuwe jurisprudentie over de dienstenrichtlijn |
Trefwoorden | Dienstenrichtlijn, vrijheid van vestiging, vergunningsvoorwaarden, concessies, meldingsplicht |
Auteurs | Mr. T.P.J.N. van Rijn |
DOI | 10.5553/NtER/138241202016022010004 |
Auteursinformatie |