-
Samenvatting
Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon wordt het Hof van Justitie zeer regelmatig verzocht de in artikel 218 VWEU verankerde procedure voor het sluiten namens de EU van internationale overeenkomsten met derde staten of andere internationale organisaties te verduidelijken. In de in deze bijdrage te bespreken twee arresten doet het Hof van Justitie dat wat betreft twee aspecten van de procedure. Het eerste betreft de bevoegdheden van het Parlement bij het sluiten van (GBVB-)overeenkomsten, het tweede de omvang van de plicht van de Raad het Parlement in iedere fase van de procedure onverwijld en ten volle te informeren.
HvJ 14 juni 2016, zaak C-263/14, Parlement/Raad (Tanzania), ECLI:EU:C:2016:435
HvJ 24 juni 2014, zaak C-658/11, Parlement/Raad (Mauritius), ECLI:EU:C:2014:2025
Nederlands tijdschrift voor Europees recht |
|
Article | De rol van het Europees Parlement in de EU-procedure voor het sluiten van internationale overeenkomsten |
Trefwoorden | Europees Parlement, internationale overeenkomsten, gemeenschappelijk buitenlands veiligsheidsbeleid |
Auteurs | Mr. A.P. van der Mei |
DOI | 10.5553/NtER/138241202016022007005 |
Auteursinformatie |