Artikelen

Tijdschrift Onderneming en Financiering
Wetenschap en praktijk

Verbetering van de positie van werknemers in faillissement

Trefwoorden DA Retailgroep, Smallsteps, adviesrecht ondernemingsraad, medezeggenschap in faillissement, prepack
Auteurs Mr. drs. L. Ecker
  • Samenvatting

      De positie van werknemers in faillissement is recentelijk verbeterd. Dit blijkt onder andere uit de zaken van DA Retailgroep en Smallsteps. In de eerste zaak kende de Hoge Raad een adviesrecht toe aan de ondernemingsraad in faillissement. In de tweede zaak nam het Europees Hof van Justitie aan dat de regels voor overgang van onderneming van toepassing zijn bij een overname na faillissement in een prepacksituatie. In dit artikel worden onder meer beide zaken besproken en ook de mogelijke impact die zij zullen hebben op de positie van werknemers in faillissement.

  • Auteursinformatie

    Mr. drs. L. Ecker

    Mr. drs. L.J.H. (Leopold) Ecker is advocaat bij DLA Piper te Amsterdam.

Tijdschrift Onderneming en Financiering
Wetenschap

Access_openThird party litigation funding

De voordelen, aandachtspunten en aanbevelingen om risico’s te beheersen

Trefwoorden third party litigation funding, litigation funding, procesfinanciering
Auteurs Mr. dr. A. van der Krans
  • Samenvatting

      Third party litigation funding (TPLF, of procesfinanciering door derden) is de rechtsverhouding waarbij een derde zich tegen een in het vooruitzicht gestelde beloning verplicht om een eiser in een civiele procedure of arbitrage van financiering te voorzien om de kosten van procederen te dekken. TPLF kan de toegang tot de rechter vergroten, de onderhandelingskracht vergroten, een preventief effect hebben en een one-shot player laten transformeren in een repeat player. Een deel van de bezwaren tegen procesfinanciering is ongefundeerd, of overdreven. Omdat procesfinanciers hoge eisen stellen aan de (ver)haalbaarheid, omvang en beperking van risico’s is het onwaarschijnlijk dat TPLF zal leiden tot een claimcultuur. TPLF zorgt wel voor een driepartijenverhouding, die mogelijk voor complicaties kan zorgen. Ook kan TPLF grote consequenties voor de gefinancierde hebben, zeker in een volledig ongereguleerde markt als de Nederlandse. Grotere partijen moeten over het algemeen worden geacht deze consequenties te kunnen overzien en daarop te kunnen anticiperen. Consumenten en kleinere partijen zouden echter meer bescherming behoeven. Een gedragscode kan hierbij behulpzaam zijn en helpen misstanden op voorhand te voorkomen. Als deze handschoen door procesfinanciers in Nederland wordt opgepakt, kan TPLF een nuttige bijdrage leveren aan de borging van de toegang tot het recht.

  • Auteursinformatie

    Mr. dr. A. van der Krans

    Mr. dr. A. (Anatoli) van der Krans is advocaat bij Corona Legal te Amsterdam.

Tijdschrift Onderneming en Financiering
Wetenschap en praktijk

Uitwinning van pandrecht op aandelen – hoe staat het ermee?

Trefwoorden uitwinning, pandrecht op aandelen, beslag, Herstructurering, parate executie
Auteurs Mr. B.N. Mwangi en Mr. S.C.P. Verhelst
  • Samenvatting

      Pandrechten op aandelen zijn veelvuldig onderdeel van het zekerhedenpakket dat aan financiers wordt verstrekt. De uitwinning van deze pandrechten lijkt relatief weinig voor te komen. De wettelijke regels daaromtrent zijn summier en de beschikbare jurisprudentie over dit onderwerp is beperkt. Recentelijk zijn echter de Solutus-zaak (Rb. Amsterdam 19 juni 2016, JOR 2017/301 m.nt. P.H.N. Quist) en de Sawgrass-zaak (Rb. Amsterdam 10 oktober 2017, JOR 2018/75 m.nt. T. Hutten) gepubliceerd. Mede aan de hand van deze uitspraken zetten de auteurs uiteen wat de stand van zaken is met betrekking tot de uitwinning van een pandrecht op aandelen en hoe hieraan in de praktijk invulling wordt gegeven.

  • Auteursinformatie

    Mr. B.N. Mwangi

    Mr. B.N. (Bianca) Mwangi is advocaat bij Stek Advocaten te Amsterdam.

    Mr. S.C.P. Verhelst

    Mr. S. (Stéphanie) Verhelst is advocaat bij Stek Advocaten te Amsterdam.

Tijdschrift Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade
Jurisprudentie

Nieuw licht op de arbeidsrechtelijke omkeringsregel?

HR 6 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:536

Trefwoorden aansprakelijkheidsrecht, werkgeversaansprakelijkheid, asbest, arbeidsrechtelijke omkeringsregel
Auteurs Mr. Veneta Oskam
  • Samenvatting

      Bij beantwoording van de vraag of causaal verband aanwezig is tussen de asbestblootstelling en het ontstaan van mesothelioom, en of ter vaststelling hiervan de arbeidsrechtelijke omkeringsregel moet worden toegepast, is – overeenkomstig de arresten HR 7 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1717 (SVB/Van der Wege) en ECLI:HR:2013:BZ1721 (Lansink/Ritsma) – van belang dat het verband tussen de gezondheidsschade en de arbeidsomstandigheden niet te onzeker dan wel te onbepaald dient te zijn. De Hoge Raad bekrachtigt het oordeel van het hof dat de enkele blootstelling aan asbest onvoldoende is om toepassing te geven aan de omkeringsregel. De in de eerdergenoemde arresten vastgestelde regels gelden ook bij schade als gevolg van mesothelioom. Ook hier kan het causaal verband te onzeker of te onbepaald zijn wanneer de werknemer ook buiten de werkzaamheden aan asbest blootgesteld is geweest. Daarom komt, gelet op hetgeen in het algemeen bekend is omtrent de ziekte mesothelioom en haar oorzaak, betekenis toe aan (1) de duur en de intensiteit van de blootstelling bij deze werkgever, en in voorkomend geval (2) de duur en de intensiteit van andere blootstelling(en) aan asbest gedurende de latentieperiode en (3) de verhouding tussen (1) en (2).

  • Auteursinformatie

    Mr. Veneta Oskam

    Mr. V. Oskam is werkzaam als advocaat bij V&A Advocaten te Rotterdam.

Tijdschrift Tijdschrift voor Omgevingsrecht
Redactioneel

Access_openIntegratie, coördinatie, klimaat en energie: instrumenten voor uitdagende doelstellingen

Trefwoorden energie, klimaat, transitie, Energiebesparing
Auteurs Mr. dr. V.M.Y. (Valérie) van ’t Lam
  • Auteursinformatie

    Mr. dr. V.M.Y. (Valérie) van ’t Lam

    Mr. dr. V.M.Y. van ’t Lam is advocaat bij Stibbe te Amsterdam en lid van de redactie van het Tijdschrift voor Omgevingsrecht.

Tijdschrift Tijdschrift voor Veiligheid
Redactioneel

Access_openVeiligheid in een digitaliserende samenleving

Auteurs Wouter Stol, Ben Kokkeler, Emile Kolthoff e.a.
  • Auteursinformatie

    Wouter Stol

    Wouter Stol is lector Cybersafety aan de NHL Stenden Hogeschool en de Politieacademie, en bijzonder hoogleraar Politiestudies aan de Open Universiteit. Email: wstol@planet.nl.

    Ben Kokkeler

    Ben Kokkeler is lector Digitalisering en Veiligheid aan Avans Hogeschool. Hij is daarnaast senior consultant bij de Europese Technopolis Group, kantoor Amsterdam, waar hij evaluaties en verkenningen uitvoert rond ehealth en smart cities. Email: bjm.kokkeler@avans.nl.

    Emile Kolthoff

    Emile Kolthoff is hoogleraar criminologie aan de Open Universiteit en doet onderzoek bij Avans University en de VU Amsterdam. Hij is tevens voorzitter van de redactie van het Tijdschrift voor Veiligheid. Email: emile.kolthoff@ou.nl.

    Robin van Halderen

    Robin Christiaan van Halderen is als onderzoeker verbonden aan het Expertisecentrum Veiligheid, Avans Hogeschool (www.expertisecentrum-veiligheid.nl) en redacteur van het Tijdschrift voor Veiligheid. Email: rc.vanhalderen@avans.nl.

Tijdschrift Maandblad voor Vermogensrecht
Artikel

Digitalisering en robotisering

Voorwoord bij het themanummer

Auteurs Mr. P.A. Fruytier, Mr. R. Meijer en Mr. R.M. de Winter
  • Samenvatting

  • Auteursinformatie

    Mr. P.A. Fruytier

    Mr. P.A. Fruytier is (cassatie)advocaat bij Houthoff te Amsterdam en redacteur van dit tijdschrift.

    Mr. R. Meijer

    Mr. R. Meijer is advocaat bij ZIPPRO MEIJER CITTEUR te Amsterdam en redacteur van dit tijdschrift.

    Mr. R.M. de Winter

    Mr. R.M. de Winter is senior jurist bij DNB en redacteur van dit tijdschrift.

Tijdschrift Contracteren
Actualia contractspraktijk

Boetes: een kwestie van niet overvragen

Trefwoorden Boete, matiging boete, Contractsvrijheid, redelijkheid en billijkheid
Auteurs Mr. drs. J.H.M. Spanjaard
  • Samenvatting

      In deze bijdrage staat het arrest Turan/Easystaff van de Hoge Raad centraal. Het arrest gaat over de matiging van boetes. In het artikel wordt stilgestaan bij de matiging van contractuele boetes en de daarbij te hanteren gezichtspunten. In zijn arrest Turan/Easystaff accordeert de Hoge Raad de door het hof gegeven gezichtspunten: penvoerderschap, de rechtvaardiging voor de omvang van de boete, de mate van invloed die de debiteur op het boetebeding heeft gehad, de vraag of de inbreuk die aanleiding gaf tot de boete structureel of incidenteel was, en of het doel waarvoor de boete is opgesteld door de beweerde inbreuk is geschaad.

  • Auteursinformatie

    Mr. drs. J.H.M. Spanjaard

    Mr. drs. J.H.M. Spanjaard is advocaat bij La Gro Advocaten in Alphen aan den Rijn.

Tijdschrift Contracteren
Over de grens

Het recht van verhaal van de eindverkoper: in Duitsland, in Nederland en in de toekomst

Trefwoorden consumentenkoop, recht van verhaal, beknelde eindverkoper, regresrecht, voorschakel
Auteurs Mr. T.J.K. van Santen
  • Samenvatting

      Het recht van verhaal is in Nederland geregeld in artikel 7:25 BW en beoogt de beknelde eindverkoper te beschermen. Wanneer een consumentkoper zijn rechten jegens de eindverkoper heeft uitgeoefend, moet hij verhaal kunnen nemen op zijn voorschakel zodat hij niet met de aansprakelijkheid ‘blijft zitten’. De regeling beoogt dat de voor het gebrek verantwoordelijke partij uiteindelijk aansprakelijk is. Duitsland heeft op 1 januari 2018 enkele aanpassingen in het BGB doorgevoerd en ook het recht van verhaal aangepast.
      Door de aanstaande invoering van twee nieuwe richtlijnen zullen de rechten van de consumentkoper aanzienlijk worden versterkt. Ook deze richtlijnen voorzien in een recht van verhaal voor de eindverkoper. De nieuwe regeling is gelijk aan de huidige Europese regeling, die aan duidelijkheid te wensen overlaat. Hoe de regeling in de praktijk uitpakt, blijft ook in de toekomst ongewis. Het effectiviteitsbeginsel brengt mee dat bij de uitoefening van het recht van verhaal de consumentenrechten ook door de eindverkoper moeten kunnen worden ingeroepen.

  • Auteursinformatie

    Mr. T.J.K. van Santen

    Mr. T.J.K. van Santen is senior jurist Contractueel bij DAS en doet een promotieonderzoek aan de Open Universiteit (promotoren T.H.M. van Wechem en J.G.J. Rinkes) naar het recht van verhaal als bedoeld in artikel 7:25 BW.

Tijdschrift Contracteren
Impressies

Eenzijdig gerichte rechtshandeling of overeenkomst? Dat verdient uitleg!

Trefwoorden Uitleg, Eenzijdige rechtshandeling, Parkking, Kwalificatie, Wilsverklaring.
Auteurs Mr. G.R.G. Driessen
  • Samenvatting

      Op 24 februari 2017 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen over de uitleg van een eenzijdige rechtshandeling, neergelegd in een brief tussen zakelijke partijen (het ‘Parkking-arrest’). Deze bijdrage behandelt de vraag of de Hoge Raad met het Parkking-arrest een ‘nieuwe uitlegmaatstaf’ heeft ontwikkeld voor de uitleg van eenzijdige rechtshandelingen.
      In het vervolg van deze bijdrage wordt toegelicht hoe de kwalificatie van een eenzijdig opgesteld document (als eenzijdige rechtshandeling of als onderdeel van een meerzijdige rechtshandeling) een uitlegdiscussie zou kunnen beïnvloeden. Een juiste kwalificatie is van belang voor het vertrekpunt van de uitleg, de relevante gezichtspunten bij de uitleg, toepasselijke rechtsregels, rechtsgevolgen en het gewicht dat aan de ene of de andere omstandigheid wordt toegekend. Dat antwoord kan dan weer van belangrijke invloed zijn op een (voorlopig) bewijsoordeel en – bij gevolg – tot een andere uitkomst leiden in een procedure.

  • Auteursinformatie

    Mr. G.R.G. Driessen

    Mr. G.R.G. Driessen is advocaat bij HVG Law LLP.

Tijdschrift Maandblad voor Ondernemingsrecht
Artikel

De bewaarentiteit: het ei van Columbus of een vreemde eend in de bijt?

Trefwoorden bewaarentiteit, fonds voor gemene rekening, vermogensscheiding, beleggingsfondsen, AIFM/UCITS-richtlijn
Auteurs Mr. dr. S.N. Hooghiemstra
  • Samenvatting

      Het fonds voor gemene rekening als rechtsvorm is in Nederland niet gecodificeerd. Een bewaarentiteit wordt daarom gebruikt om vermogensscheiding te bewerkstelligen. Buitenlandse jurisdicties kennen een dergelijke entiteit niet. Codificatie van deze rechtsvorm zorgt daar al voor de benodigde vermogensscheiding. De Nederlandse bewaarentiteit is daarom ‘een vreemde eend in de bijt’.

  • Auteursinformatie

    Mr. dr. S.N. Hooghiemstra

    Mr. dr. S.N. Hooghiemstra is een associate bij NautaDutilh en werkt momenteel als onderdeel van een international secondment in de fondsenpraktijk van NautaDutilh Luxemburg.

Tijdschrift Maandblad voor Ondernemingsrecht
Artikel

De tegenstrijdigbelangregeling(en) in het enquêterecht

De Intergamma- en Staphorst-beschikkingen nader bekeken

Trefwoorden bestuurders, commissarissen, enquêterecht, redelijkheid en billijkheid, tegenstrijdig belang
Auteurs Mr. M.C. Hoeba
  • Samenvatting

      De Ondernemingskamer heeft het afgelopen jaar meerdere noemenswaardige beschikkingen gewezen waarbij het tegenstrijdig belang centraal stond. In het enquêterecht lijkt de Ondernemingskamer nu naast de wettelijke tegenstrijdigbelangregeling ook de norm van artikel 2:8 BW mee te pakken. Dit zorgt voor de nodige onduidelijkheid in de (rechts)praktijk. De auteur onderzoekt het concept van het tegenstrijdig belang in het enquêterecht aan de hand van de laatste ontwikkelingen.

  • Auteursinformatie

    Mr. M.C. Hoeba

    Mr. M.C. Hoeba is advocaat bij Clifford Chance LLP te Amsterdam.

Tijdschrift Maandblad voor Ondernemingsrecht
Artikel

Slotdocument Monitoring Commissie: terugblik, maar vooral ook vooruitkijken

Trefwoorden Corporate Governance Code, monitoringrapport, corporate governance, beursvennootschap, Monitoring Commissie
Auteurs Mr. S. Rietveld
  • Samenvatting

      In deze bijdrage bespreekt de auteur het zogenoemde Slotdocument van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code onder voorzitterschap van Jaap van Manen. In dit vierde en laatste monitoringrapport blikt de Commissie terug op haar werkzaamheden van de afgelopen jaren, maar kijkt zij ook vooruit en geeft zij de nieuwe Commissie stof tot nadenken.

  • Auteursinformatie

    Mr. S. Rietveld

    Mr. S. Rietveld is Senior Professional Support Lawyer Corporate bij Stibbe te Amsterdam.

Tijdschrift Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade
Artikel

De actualiteit en toekomst van de toepassing van whiplashjurisprudentie buiten whiplashzaken

Trefwoorden whiplash, niet-whiplashzaken, causaal verband, elektrocutie, hondenbeet
Auteurs Mr. S. Boer en Mr. C. van der Roest
  • Samenvatting

      Steeds vaker wordt in niet-whiplashzaken een beroep gedaan op de zogenaamde whiplashjurisprudentie. Met een beroep op de redeneringen uit deze jurisprudentie wordt door benadeelden getracht om het bestaan van veelal substraatloze klachten en het (juridisch) causaal verband tussen deze klachten en beperkingen en het incident aan te tonen. Is toepassing van de whiplashjurisprudentie in niet-whiplashzaken gerechtvaardigd, of is daarmee het spreekwoordelijke hek van de dam? Door middel van een analyse van de whiplashjurisprudentie en recente jurisprudentie in niet-whiplashzaken komen de auteurs tot de conclusie dat een juiste toepassing van de zogenoemde causaliteitsregels uit de whiplashjurisprudentie in niet-whiplashzaken tot rechtvaardige uitkomsten leidt, mits men daarbij de hoofdregel en de beginselen van het bewijsrecht niet uit het oog verliest.

  • Auteursinformatie

    Mr. S. Boer

    Mr. S. Boer is advocaat bij SAP Letselschade Advocaten.

    Mr. C. van der Roest

    Mr. C. van der Roest is advocaat bij SAP Letselschade Advocaten.

Tijdschrift Tijdschrift voor Veiligheid
Artikel

Het succes van social engineering

Trefwoorden Awareness, E-mail phishing, Social Engineering, Telefoonfraude
Auteurs Jan-Willem Bullée, Lorena Montoya, Marianne Junger e.a.
  • Samenvatting

      Social engineering is the usage of social manipulation and psychological tricks to make the targets assist offenders in their attack. This paper aimed to discuss the success of social engineering attacks and interventions in an organisational setting. Three kinds of social engineering experiments were discussed, each using a different modality (i.e. face-to-face (f2f), email and telephone). In each experiment, the targets (i.e. participants) were persuaded to perform actions that contribute to their victimisation.
      A portion of the participants in both the f2f and telephone experiment received an intervention to reduce victimisation. The conclusion is that awareness raising about dangers, characteristics and countermeasures related to social engineering proved to have a significant positive effect on protecting the target. The results of these experiments allow practitioners to focus awareness campaigns to maximise their effectiveness.

  • Auteursinformatie

    Jan-Willem Bullée

    Jan-Willem Bullée is Information Risk Manager aan de Universiteit Twente. Email: j.h.bullee@gmail.com.

    Lorena Montoya

    Lorena Montoya is Graduate School Coordinator aan de Universiteit Twente. Email: a.l.montoya@utwente.nl.

    Marianne Junger

    Marianne Junger is professor Cyber Security and Business Continuity aan de Universiteit Twente. Email: m.junger@utwente.nl.

    Pieter Hartel

    Pieter Hartel is hoofd van de Cyber Security research group aan de TU Delft en werkzaam aan de Universiteit Twente. Email: pieter.hartel@tudelft.nl.

Tijdschrift Tijdschrift voor Veiligheid
Artikel

Persoonlijkheidskenmerken van e-fraudeslachtoffers

Trefwoorden Online fraud, Big Five personality traits, Phishing, online marketplace fraud, cybercrime prevention
Auteurs Jildau Borwell, Jurjen Jansen en Wouter Stol
  • Samenvatting

      With the digitization of society, perpetrators gained new tools to commit crimes. Online fraud, also referred to as e-fraud, is one of the most common types of cybercrime. The present study focusses on two types of e-fraud: phishing and online consumer fraud. Although e-fraud always contains a digital component, the human is the weakest link in such crimes. Perpetrators deceive their victims to acquire sensitive data or to conclude a fraudulent sale, which makes victims unwillingly participate in the offence. However, not every person adheres to such fraudulent schemes. This raises the question what makes some people comply with these schemes and thus become a victim of cybercrime, while others do not. In this study, the differences between personality traits of e-fraud victims and the Dutch population were investigated. Personality traits influence the way people process information and react to situations, which also applies when people are confronted with e-fraud. Data were collected through an online survey, in which 224 e-fraud victims participated. The outcomes of the survey were compared with norm groups representative for the Dutch population. E-fraud victims, compared to the Dutch population, scored higher on extraversion, altruism and conscientiousness, and lower on neuroticism. Based on the findings, recommendations have been made for the development of targeted preventive measures against e-fraud.

  • Auteursinformatie

    Jildau Borwell

    Jildau Borwell is werkzaam bij de Dienst Regionale Informatieorganisatie (Analyse & Onderzoek), Nationale Politie, Eenheid Noord-Nederland, Groningen. Email: jildau.borwell@politie.nl.

    Jurjen Jansen

    Jurjen Jansen is werkzaam bij de Faculteit cultuur- en rechtswetenschappen aan de Open Universiteit, Heerlen en bij het Lectoraat cybersafety, NHL Hogeschool en Politieacademie, Leeuwarden en Apeldoorn. Email: j.jansen@nhl.nl.

    Wouter Stol

    Wouter Stol is lector Cybersafety aan de NHL Stenden Hogeschool en de Politieacademie, en bijzonder hoogleraar Politiestudies aan de Open Universiteit. Email: wstol@planet.nl.

Tijdschrift Tijdschrift voor Veiligheid
Artikel

Determinanten en motivaties voor intentie tot aangifte na slachtofferschap van cybercrime

Trefwoorden Cybercriminaliteit, Slachtofferschap, Aangiftebereidheid, Politie
Auteurs Lisanne Jong, Rutger Leukfeldt en Steve van de Weijer
  • Samenvatting

      This study focusses on determinants of willingness to report cybercrime to the police or to other organizations and motivations for (not) reporting victimization. In this study, a questionnaire containing vignettes is used. Vignettes are semi-experimental designs in which hypothetical situations are presented and certain factors can be manipulated between and within respondents. Factors that are measured within the vignettes are the type and seriousness of the offence, the relationship between offender and victim and which possibilities for reporting the offence are available.
      It is shown that the type of offence is an important determinant for willingness to report the offence, which is highest for fraud, followed by hacking and malware. Likewise, willingness to report is higher for more serious offences than for less serious offences. These results are comparable to results on willingness to report traditional crimes.
      With regard to psychological determinants, results are not in line with previous results on willingness to report traditional crimes. For the relationship between offender and victim, mixed results are found. If the offender is an acquaintance of the victim, willingness to report to the police increases, but willingness to report to another organization decreases, compared to the offender being unfamiliar to the victim. Another surprising result is that no correlation is found between attitudes towards the police and willingness to report offences. Also unexpectedly, it is found that respondents who have previously reported crime and were unsatisfied about this experience, were more willing to report offences than respondents who never reported crimes before.
      Regarding motivations for willingness to report, it is found that, in general, motivations for reporting cybercrime are strongly comparable to motivations for reporting traditional crime, however, differences in motivations are found between the different types of cybercrime.

  • Auteursinformatie

    Lisanne Jong

    Lisanne Jong is statistisch onderzoeker bij het Centraal Bureau voor de Statistiek. Email: lps.jong@cbs.nl.

    Rutger Leukfeldt

    Rutger Leukfeldt is postdoc onderzoeker bij het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving. Email: rleukfeldt@nscr.nl.

    Steve van de Weijer

    Steve van de Weijer is postdoc onderzoeker bij het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving. Email: svandeweijer@nscr.nl.

Tijdschrift Maandblad voor Vermogensrecht
Artikel

Scheidslijnen tussen kansschade, proportionele aansprakelijkheid en de omkeringsregel

Enkele praktische opmerkingen over verschillen tussen deze drie leerstukken naar aanleiding van HR 27 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2786

Trefwoorden aansprakelijkheid, bewijs, kansschade, beroepsfout, schade
Auteurs Mr. J. den Hoed
  • Samenvatting

      Het hier te bespreken arrest, waarin aan de orde was of een ziekenhuis aansprakelijk is voor schade als gevolg van een te laat uitgevoerde operatie, geeft aanleiding voor enkele gedachten over en praktische wenken voor de afbakening van kansschade, proportionele aansprakelijkheid en de omkeringsregel ten opzichte van elkaar. De drie figuren komen hier samen. Getracht wordt de grenzen nader in kaart te brengen.

  • Auteursinformatie

    Mr. J. den Hoed

    Mr. J. den Hoed is cassatieadvocaat bij Köster Advocaten te Haarlem.

Tijdschrift Caribisch Juristenblad
Artikel

Access_openToepassing van de pre-pack in Curaçao: wat zijn de spelregels?

Trefwoorden pre-pack, Faillissementsbesluit 1931, Curaçaose Dok Maatschappij, doorstart, curator
Auteurs Mr. R.M. Bottse
  • Samenvatting

      In deze bijdrage staat de pre-packprocedure centraal die is voorafgegaan aan de doorstart van de naamloze vennootschap Curaçaose Dok Maatschappij N.V. Pre-packrichtlijnen scheppen duidelijkheid omtrent het wanneer, waarom en hoe rondom de toepassing van pre-packs. In de richtlijnen zal voor de beoogd curator een stevige rol moeten zijn weggelegd in het voorkomen van diverse aansprakelijkheidsrisico’s. De auteur moedigt het gerecht daarom aan serieus werk te maken van het ontwerpen van pre-packrichtlijnen. Het verdient aanbeveling om daarbij door middel van een consultatieronde de mening van curatoren en andere insolventierechtbeoefenaren te peilen.

  • Auteursinformatie

    Mr. R.M. Bottse

    Mr. R.M. Bottse is advocaat bij HBN Law.

Tijdschrift Maandblad voor Ondernemingsrecht
Artikel

Access_openKanttekeningen bij Boskalis/Fugro

Trefwoorden agenderingsrecht (art. 2:114a BW), bevoegdheidsverdeling bestuur/algemene vergadering, beleid, strategie en vennootschappelijk belang, inrichtingsvrijheid, ontslag
Auteurs Prof. mr. B.F. Assink
  • Samenvatting

      Deze kanttekeningen bij Boskalis/Fugro omvatten de reikwijdte van artikel 2:114a BW (art. 2:224a BW), de doorwerking van Europees recht in dat verband, verdeling van bevoegdheden tussen bestuur en algemene vergadering ook aangaande beleid en strategie, en de relevantie van artikel 2:129 BW en artikel 2:107 BW ter zake.

  • Auteursinformatie

    Prof. mr. B.F. Assink

    Prof. mr. B.F. Assink is advocaat bij NautaDutilh, hoogleraar Ondernemingsrecht aan Erasmus School of Law (EUR), en redacteur van WPNR.